Het loslaten van je kinderen en hen richting de volwassenheid eigen keuzes te laten maken is een van de lastigste uitdagingen in het ouderschap, vindt schrijver en moeder Esther de Hek. Het vraagt namelijk het loslaten van jezelf. ‘Durven we het aan om ons eigen, vaak diep in ons verweven gelijk los te laten?’
Onze oudste zoon ging op Koningsdag 2021 naar Amsterdam en stuurde halverwege de dag foto’s van een gevaarlijk dicht opeengepakte mensenmassa waarvan het merendeel flink aangeschoten was, vertelde hij later. Het waren dergelijke plaatjes die op sociale media volop kritiek en afkeuring opriepen en ik begreep dat. Toch hadden we hem laten gaan en niet omdat hij nu eenmaal achttien was.
Het begint met de eerste losse stapjes zetten, fietsen zonder zijwielen, eigen kleding uitzoeken
Als jonge ouder dacht ik dat het loslaten van je kind een soort estafetteloop was waarbij de ene uitdaging de ander georganiseerd opvolgt en je op den duur de finish bereikt. Het begint met de eerste losse stapjes zetten, fietsen zonder zijwielen, eigen kleding uitzoeken, een eerste kampeerweekend met vrienden en een paar jaar later is het klaar, zeg maar. Met de juiste instructies erbij, een strakke spelleiding en hartelijk aangemoedigd zou het kind na die loop in staat moeten zijn verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en zijn daden. In keuzes en gedrag liefst grotendeels gelijk aan wat het van huis uit meekreeg.
Ik erken dat ik er al snel achter kwam dat het loslaten van je kinderen geen simpele opstelsom van ontwikkelingsstappen is maar een van de lastigste uitdaging van het
ouderschap. En zo verwonderlijk is dat niet als je stilstaat bij wíe je stukje bij beetje gaat afstaan aan het leven: het liefste bezit dat je als moeder negen maanden onder je hart gedragen hebt. Geen band zo uniek, intens, complex en kwetsbaar als die met je kind. Vertel me, hoe doe je dat? Waar begint ruimte geven en laten gaan? Waar en tot wanneer claim je nog plek voor impact, begrenzing en bijsturen? Voor mijn echtgenoot en mij, ouders van een 11-jarige dochter en een 17- en 19-jarige zoon, zijn dat momenteel de belangrijkste opvoedvragen.
Het heeft mij gevormd tot een realistische moeder, een die de naïviteit niet voorbij is maar het keurige gezinsplaatje weinig nastrevenswaardig meer vindt.
Negentien jaar moederschap bracht mij onder andere realiteitszin en een onverbloemde blik op het ouderschap, concludeer ik. Opvoeden leer je slechts een beetje uit boekjes, blogs en bladen maar vooral door dag in dag uit, in harmonie en soms heibel, energiek en dan weer afgedraaid het leven met je opgroeiende kinderen te leven. Dat heeft mij gevormd tot een realistische moeder, een die de naïviteit niet voorbij is maar het keurige gezinsplaatje weinig nastrevenswaardig meer vindt. Vroeg of laat komen daar kleine of grotere barsten in. Deze vorming helpt mij, merk ik, nu onze oudste twee kinderen steeds meer eigen keuzes gaan maken, die niet altijd de mijne zijn.
Even na Koningsdag is de buurman op de koffie terwijl ook zoon en twee vrienden erbij zitten. Hun gefeest in de hoofdstad komt ter sprake. ‘Vond jij het goed dat hij naar
Amsterdam ging?’, vraagt de buurman op den duur. Ik weet inmiddels dat het antwoord op zo’n vraag meer dan twee smaken kent, hoewel daarover de meningen verschillen. Ik vond het niet goed dat hij ging maar heb het hem niet verboden. Het loslaten van je kinderen vraagt namelijk ook het binnen een bepaalde bandbreedte (er zijn zeker grenzen) leren verdragen van hun keuzes. Dat betekent soms teleurgesteld raken, bezorgd zijn en op je tong bijten. Het betekent nog meer, zoals Brené Brown in het hoofdstuk over bezield ouderschap in De kracht van kwetsbaarheid schrijft, dat je kind weet dat ook jij feilbaar bent en niet altijd gelijk hebt. ‘Ik ben niet perfect (…) maar ik ben bij je betrokken, sta voor je open, heb aandacht voor je en hou van je’, schrijft ze.